Wanneer vastgesteld wordt dat ‘ernstige’ verontreinigingen aanwezig zijn, kan het uitvoeren van een nader onderzoek noodzakelijk zijn. Met een nader onderzoek wordt aard van de verontreiniging(en) verder gespecificeerd en de exacte locatie ingekaderd.

Als uit het nader onderzoek blijkt dat sanering noodzakelijk is, wordt ook een risico-inventarisatie gedaan. Aan de hand van verspreidings- en milieurisico’s wordt aangegeven op welke termijn de sanering dient plaats te vinden. Tot slot worden tijdens het nader onderzoek gegevens verzameld die nodig zijn voor de vervolgstap, het saneringsonderzoek, zoals het volume en gewicht van de verontreiniging, de korrelgrootteverdeling e.d.